FAQ's over waterplanten (maaien)

Vanuit het oogpunt van de watersporter lijkt dit misschien een oplossing. Op de langere termijn zou een afname van het aantal waterplanten echter een negatief effect hebben op de waterkwaliteit wat weer andere problemen veroorzaakt.

Uitzet van graskarper  (waterplant-etende vis) is niet mogelijk, omdat uitzet van zogenaamde ‘exoten’ door het ministerie van EZ niet is toegestaan.

Afvangen van brasem kan een maatregel zijn om de groei van waterplanten te bevorderen. Deze  bodemwoelende vis vertroebelt het water en gaat om die manier de groei van waterplanten tegen. Het is echter niet zo dat je deze beweging kunt omkeren. De uitzet of het vermindering van het afvangen van bodemwoelende vis als brasem is niet effectief omdat deze alleen gedijen op een kale bodem.

Rijkswaterstaat is beheerder van (onder andere) de Randmeren. RWS is als waterbeheerder verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en de veiligheid van de vaarwegen (de hoofdvaargeu). Rijkswaterstaat zal dan ook alleen waterplanten maaien als de planten het vaarverkeer in de vaargeul van een (hoofd)vaarweg belemmeren. De vaargeul is met groene en rode tonnen aangegeven. 

Over het algemeen wordt het deel tussen de betonde vaargeul en de recreatiebebakening als recreatiewater aangegeven. Het recreatieve beheer van wateren zoals de Randmeren is in Nederland niet geregeld; de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij ‘niemand’ en bij ‘iedereen’.  De gemeenten die in de coöperatie Gastvrije Randmeren samenwerken, maaien vanuit gemeentelijk budget al een aantal jaren een beperkte hoeveelheid waterplanten in Eem- en Gooimeer, Veluwemeer en Wolderwijd. 

Sinds eind 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. Deze moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa in 2015 op orde is. 

Deze maatregelen worden in 3 tranches uitgevoerd: de eerste tranche maatregelen is inmiddels afgerond en liep van 2010-2015, de tweede tranche maatregelen loopt van 2016-2021 en de derde tranche maatregelen zal worden uitgevoerd in de periode 2022-2027.

Om aan de eisen van waterkwaliteit te kunnen voldoen, zijn door de waterbeheerders (Rijkswaterstaat en Waterschappen)  technische maatregelen genomen, zoals bijvoorbeeld een extra zuiveringstrap bij een aantal waterzuiveringen. Deze zorgen ervoor dat de hoeveelheid nutriënten (voedingsstoffen)  in het water sterk afneemt. Dit heeft tot gevolg dat er minder blauwalg voorkomt (gunstig!), het water helder is (ook gunstig) waardoor de waterplanten beter gedijen en de waterkwaliteit sterk verbetert. 

Er zijn nooit waterplanten gezaaid. Wel is er  bodemmateriaal uit de Hoornse Hop nabij het eiland de Dode Hond in de natuurbebakening van het Eemmeer neergelegd om groei van (laagblijvende) kranswieren te versnellen. Kranswieren veroorzaken voor de recreatievaart geen overlast.  Er wordt wel beweerd dat er een zaadbank is neergelegd bij de Dode Hond die ervoor heeft gezorgd dat er nu heel veel fonteinkruid groeit. Dit is dus niet het geval.

Omdat het budget voor het maaien wordt opgebracht door de gemeenten rondom de Randmeren wordt alleen gemaaid in de wateren die tot het werkgebied van deze gemeenten horen: Eem- en Gooimeer, Nijkerkernauw, Nuldernauw, Wolderwijd, Veluwemeer en Drontermeer. De praktijk leert dat maaien in het Drontermeer niet nodig is.

Om te mogen maaien in de randmeren, voor een groot deel aangewezen als beschermd (Natura2000)gebied, moet een Nb-wetvergunning worden aangevraagd. In de vergunning wordt opgenomen onder welke voorwaarden er gemaaid mag worden. Hiermee wordt voorkomen dat het maaien van de waterplanten een te groot negatief effect heeft op de instandhouding  van bepaalde soorten . Teveel maaien of op de verkeerde plaatsen maaien zorgt voor een negatief effect op de waterkwaliteit en verstoort  soorten die direct of indirect afhankelijk zijn van fonteinkruiden.

Eén van de voorwaarden is dat er alleen gemaaid mag worden binnen de recreatiebebakening (dus in water dieper dan 1.50 m.).  Vandaar dat niet gemaaid kan worden bij stranden of in andere ondiepe delen.

In samenspraak met de watersportsector zijn gebruikskaarten samengesteld op basis waarvan een selectie is gemaakt van de te maaien voorkeursgebieden.

Het gaat daarbij om het waterplantvrij maken van de toegangen tot de havens/eilanden en aanlegplaatsen en het vergroten van het bevaarbaar oppervlakte van wedstrijdgebieden, snelvaarbanen, surflocaties en recreatiewater in water dieper dan 1.50, met uitzondering van een aantal in de vergunning vastgelegde ondiepere delen.

 

Het maaien gebeurt in opdracht van Gastvrije Randmeren door de Stichting Maaien Waterplanten Randmeren. De coöperatie controleert dus ook of er volgens de – vastgelegde – afspraken wordt gewerkt.  Ook de ‘groene handhavers’ van provincie / omgevingsdienst zijn gerechtigd controles uit te voeren, evenals Rijkswaterstaat.

Om te mogen maaien in de randmeren, voor een groot deel aangewezen als beschermd (Natura2000)gebied, is een Nb-wetvergunning nodig (Nb = Natuurbeschermingswet).

In de vergunning is opgenomen onder welke voorwaarden er gemaaid mag worden. Hiermee wordt voorkomen dat het maaien van de waterplanten een te groot negatief effect heeft op de instandhouding  van bepaalde soorten. Teveel maaien of op de verkeerde plaatsen maaien zorgt voor een negatief effect op de waterkwaliteit en verstoort soorten die direct of indirect afhankelijk zijn van fonteinkruiden.

In de Nb-wetvergunning is een aantal strikte voorwaarden opgenomen waaronder gemaaid mag worden: zo wordt er een maximum aantal hectares vastgesteld  dat gemaaid mag worden,  mag er alleen gemaaid worden binnen de recreatiebebakening  (in water dieper dan 1.50 m) op maximaal 60 cm boven de waterbodem. Ook moet het maaisel worden opgevangen en afgevoerd.  

Op het Eemmeer moet er speciale aandacht zijn voor het niet verstoren van de broedbiotoop van de visdievenkolonie op het eiland de Dode Hond tijdens het maaien. Een inventarisatie uitgevoerd door de Vogelwerkgroep Het Gooi en Omstreken en Staatsbosbeheer wees uit dat er voor de visdieven geen verstoring optreedt.

In het algemeen moet het maaien worden uitgevoerd conform de Handreiking Waterplanten Maaien van Rijkswaterstaat

De provincie Flevoland heeft Gastvrije Randmeren vrijstelling verleend voor het maaien van maximaal 300 ha 'langstelige waterplanten in Natura2000-gebied Veluwerandmeren'.  

De provincie Noord-Holland heeft tot 2021 vergunning verleend voor het maaien van maximaal 400 ha langstelige waterplanten in Eem- en Gooimeer. Het maaien van de waterplanten wordt gecoördineerd door Gastvrije Randmeren.

De overlast gevende waterplanten zijn vooral de waterplanten die in de waterbodem wortelen, in de loop van het seizoen met lange taaie stengels naar het wateroppervlak groeien en daar tot grote drijvende waterplantenvelden leiden. Aan het einde van het seizoen sterft deze massa weer af en zakt naar de bodem.  In de randmeren hebben we het dan vooral over de soorten Doorgroeid Fonteinkruid, Gekroesd Fonteinkruid en Aarvederkruid.

De ook veel voorkomende Kranswieren veroorzaken geen problemen voor motor- en zeiljachten, omdat kranswierplanten gemiddeld maar ongeveer 60 cm. hoog worden. Binnen de recreatie-bebakening (> 1.40 m) blijft er minstens 80 cm waterkolom boven de kranswieren over.

Fonteinkruiden ‘doen het goed’ op een bodem waarin (nog) veel fosfaat zit. In de Veluwerandmeren is de hoeveelheid fosfaat in de bodem de laatste 10 tot 15 jaar sterk afgenomen en lijkt het er op dat de fonteinkruiden langzaam maar zeker naar de diepere delen van het water worden verdrongen door kranswieren.  Een ontwikkeling die door ecologen ook was voorspeld. Kranswieren groeien maar tot ongeveer 60 cm hoogte en vormen voor de recreatievaart dan ook geen probleem.

De verwachting is dat ook in het Eem- en Gooimeer het kranswier langzaam maar zeker de fonteinkruiden zal verdringen, maar niemand kan voorspellen op welke termijn.  In Eem- en Gooimeer zit nog veel  fosfaat in de bodem. Daarnaast  bestaat de bodem van het Eemmeer vooral uit veen dat fosfaat langer vasthoudt dan de zanderige bodem van Veluwerandmeren en Gooimeer. Al met al moet er vanuit worden gegaan dat de recreatievaart in deze meren voorlopig nog wel een aantal jaren overlast zal ervaren van de fonteinkruiden.

Bij het behoud van schoon en helder water in de Randmeren spelen waterplanten een belangrijke rol. Waterplanten zijn afhankelijk van schoon en helder water én bevorderen dat water schoon en helder blijft.

Dit doen ze door bodemdeeltjes  en zwevende deeltjes vast te leggen, voedingsstoffen op te nemen en te concurreren met algen door licht en voedingsstoffen te gebruiken die dan niet beschikbaar zijn voor (plaag)algen. Verder bieden waterplanten een schuil- en paaiplaats voor waterdieren. Daarnaast zijn er veel (beschermde) watervogels die waterplanten eten.

Waterplanten zijn een essentieel onderdeel van het watersysteem en kunnen vanuit het oogpunt van waterbeheer dan ook niet onbeperkt gemaaid worden.

Cookie-instellingen