De 16 gemeenten van Gastvrije Randmeren dragen sinds vorig jaar gezamenlijk de kosten voor beheer en onderhoud van in totaal 15 eilanden en aanlegplaatsen in de 80 kilometer lange merenreeks tussen Almere en Kampen. Voor het zomerseizoen van 2016 hebben de gemeenten flink in het groot onderhoud van de aanleglocaties geïnvesteerd. Eerder dit jaar werden Pierland in het Veluwemeer en WIJ-land in het Wolderwijd onder handen genomen. Bijzonder aan het werk op de Dode Hond is het hergebruik van een stalen damwand die eerder door Rijkswaterstaat is gebruikt voor een proef in het Eemmeer.
Het eiland de Dode Hond in het Eemmeer bestaat al ongeveer 50 jaar en staat ook wel bekend als ‘vogeleiland’. De Dode Hond ligt op grondgebied van de gemeente Blaricum en is een geliefde vaarbestemming. De laatste jaren was het eiland niet langer bruikbaar als aanlegplaats door afkalvende oevers. De oevers van het eiland zijn met de oude damwand hersteld waardoor aanleggen met een boot weer mogelijk is. Met de oplevering van de Dode Hond is een bijzonder netwerk van natuureilanden in de meren tussen de Hollandse Brug bij Almere en de Ketelbrug bij Kampen weer compleet. De 13 onbewoonde eilandjes waar je voor een paar uur of een paar dagen kunt aanleggen maken een vaartocht door de Randmeren tot een bijzondere ervaring.
Waterpartners stellen belang gebruiker voorop
Rijkswaterstaat heeft als waterbeheerder altijd een belangrijke rol gehad in het gebied. Eerste inzet van RWS was verbetering van de waterkwaliteit in zowel de Veluwerandmeren als in Gooi- en Eemmeer, waar vooral de blauwlag voor problemen zorgde. Na een coördinerende rol in de integrale inrichting van de Veluwerandmeren, heeft RWS nu een adviserende rol in de gebiedscooperatie waarin ondertussen alle 16 randmeergemeenten samenwerken. Ype Heijsman, directeur netwerkmanagement Midden Nederland zei op Dode Hond over de relatie met Gastvrije Randmeren: ' We verkennen kansen en denken met elkaar mee en waar mogelijk helpen wij elkaar in het belang van de gebruiker. Ik ben blij dat we als Rijkswaterstaat een tweede leven hebben kunnen geven aan de damwand en hoop dat vele gebruikers er nog jaren lang plezier van mogen hebben'.
Nu is het tijd voor doorontwikkeling
Wethouder Luken van de gemeente Blaricum is blij met de investering in de Dode Hond 'Een unieke vaarbestemming waar we niet meer alleen omheen kunnen varen -het rondje Dode Hond is een bekend begrip onder watersporters- maar waar nu ook weer aangelegd en overnacht kan worden. Dit resultaat toont de meerwaarde van de samenwerking binnen de gebiedscoöperatie. Samen verantwoordelijk voor recreatief beheer betekent het behoud van dergelijke voorzieningen. Wethouder Luken vindt het nu tijd voor het doorontwikkelen van de recreatievoorzieningen in het gebied. De gesprekken met Noord Holland over de eilanden en de recreatievisie van de Provincie zullen dan ook zeker worden gecontinueerd.
Met het plaatsen van de vlaggenmast met vlag van Gastvrije Randmeren door werd de Dode Hond weer als aanlegplaats in gebruik genomen. v.l.n.r. Rob Kuit (beheerder Dode Hond), Gerben Dijksterhuis (voorzitter Gastvrije Randmeren), Ype Heijsman (directeur netwerkmanagement Rijkswaterstaat Midden-Nederland), Melis van de Groep (burgemeester Bunschoten), Ben Lüken (wethouder Blaricum).
Hoe zit het eigenlijk met die naam, de Dode Hond?
De burgemeester van Bunschoten, Melis van de Groep, putte tenslotte uit zijn eigen familiegeschiedenis met de vertelling hoe het eiland aan zijn bijzondere naam komt. Het verhaal van twee grootvaders die als Zuiderzeevissers hun brood verdienden en na de inpoldering een nieuwe inkomstenbron moesten vinden. Waar de een de vishandel in ging, besloot de grootvader die zich een leven zonder water niet kon voorstellen als baggerschipper de kost te gaan verdienen. Hij kwam daar op omdat de Dode Hond -een ringdijk waarin bagger werd gestort- in die tijd werd aangelegd en hij er regelmatig een 'bakkie ging doen' bij de baggerschipper. Volgens de overlevering viel het grootvader van de Groep tijdens een van die bezoekers op dat dat de hond van de schipper zich niet zoals gebruikelijk liet zien voor een stukje koek. Toen hij vroeg naar de hond, liet de kapitein de kaart van de ringdijk zien en wees hem op het kruisje met de naam die daarop prijkte. De hond was zoals dagelijks via de loopplank van boord gegaan om op de ringdijk te rennen en zijn behoefte te doen. ' Of het kwam omdat het vlakke water eruit zag als grond, weet ik niet –ik kan niet alles weten-, maar de hond maakte een sprong en verdween jammerlijk in het drijfzand. De schipper markeerde dus die plaats op de kaart, die later werd ingeleverd bij de opdrachtgever, het huidige Rijkswaterstaat. Op die kaart stond dus: “Dode Hond”.
En zo kwam dit eiland aan haar naam'.
Meer weten over de Dode Hond en de andere aanlegplaatsen in de Randmeren?
Kijk op randmeren.com